#blog: Fietstechniek – de bocht

Fietstechniek – de bocht

geschreven door Mischa Top juni 2018 – Fietstechniek

Bochten in een parcours, ik vind het machtig mooi!

Het verhoogt je concentratie, je stuurt, de snelheid gaat omhoog en het is vaak beslissende factor in de fietskoers. Het is vooral ervaring en vertrouwen in het sturen, kortom dit hoort bij de fietstechniek. Vandaag de theorie en de praktijk achter de fietstechniek van de bocht.

Volgens fietsica.be, 2010 is het nemen van een bocht een gecontroleerde manier van vallen.
Fysisch gezien gebeurt het nemen van een bocht in drie fasen.

1. Fase 1: rechtuit en in evenwicht op de rechte

Fase 1 –            Fase 2 –                Fase 3

We rijden recht uit en schatten de bocht in. Wat we doen is dat we trachten in te schatten hoe groot de straal is van de cirkel die we moeten volgen en we schatten in hoe snel we deze  kunnen nemen. De fysica kan ons exact bereken dat er slecht één enkele optimale combinatie is voor de snelheid, de kromtestraal, en de hoek waaronder we zullen leunen om door deze bocht te gaan. Zelfs zonder de formules te kennen zal een fietser uit ondervinding een goede schatting kunnen maken van hetgeen hij in fase twee zal moeten doen.

2. Fase 2: tegensturen

Als we een bocht naar rechts nemen, moeten we eerst naar links sturen. Het is totaal onmogelijk een bocht te nemen zonder tegensturen. Dit tegensturen kan gebeuren hetzij door een ruk aan het stuur, hetzij door de schouders en eventueel een knie naar de binnenkant van de te nemen bocht te kantelen. Daardoor zal de fiets hellen naar de buitenkant en door de actie van de positieve naloop stuurt de fiets automatisch naar buiten. Waarvoor dient de tegensturing? De bedoeling is ons te doen vallen, door de fiets naar een kant te sturen terwijl ons lichaam rechtuit gaat.

3. Fase 3: In de bocht aan de ideale schuine hoek

Op deze manier komen we in de derde fase namelijk deze waarin we onszelf in onevenwicht hebben gebracht en we gaan overhellen naar de binnenbocht. Dit ”liggen in de bocht” is dus alleen mogelijk als we eerst naar buiten hebben gestuurd.

Wanneer we in de tegenstuur-fase gehinderd worden, of als we niet voldoende tegenstuur hebben veroorzaakt, dan snijden we de bocht verkeerd aan en kunnen we nog heel moeilijk corrigeren. Dan stuur je de bocht uit en is deze niet te houden.

Heb je enige controle over de hoek waaronder je in de bocht ligt?

Daar heb je geen controle over. Dit bepaald het traject, te nemen aan een bepaald snelheid hoort slechts één mogelijke schuine ligging, die bovendien onafhankelijk is van de grootte of gewicht van de persoon. Hoe groter je snelheid, en hoe korter de bocht, hoe schuiner je zal liggen. Iedere afwijking van de ideale ligging leidt tot een catastrofe.

de Praktijk

Volgens Wielrenner.eu, 2018 bestaat de perfecte technische
bocht uit:

1. Handen in de beugel:

Bij het insturen van de bocht houd je je handen in de beugels van je stuur. Hierdoor blijft het zwaartepunt van je lichaam laag en is het makkelijker om je fiets in balans te houden.

onder in beugel-bochtenclinic Woman on Wheels’18

2. Romp voorover buigen

Stuur de bocht aan in de aerodynamische houding, waarbij je romp een beetje voorover buigt.

3. Uit het zadel komen

Door na de bocht uit het zadel te komen kom je makkelijker weer op snelheid.

4. Romp in V-positie en met de schouders naar buiten ‘draaien’;

5. Binnenknie tegen frame;

6. Hogere snelheid;

Bepaal de snelheid waarmee je de bocht gaat nemen, houdt hierbij rekening met de scherpte van de bocht, het wegdek, het weer, medeweggebruikers.

7. Buitenpedaal en binnen pedaal;

druk op buitenste pedaal-bochtentraining juni’18

Binnenste pedaal omhoog en hak van buitenste been omlaag duwen (zo voorkom je vallen  doordat je met het pedaal op de grond blijft steken).                       

8. Volg de ideale lijn (buiten-binnen-buiten);

Om de bocht zo goed mogelijk te sturen, stuur je aan vanuit de buitenbocht. Vanuit daar stuur je naar de binnenkant van de bocht en kom je de bocht weer helemaal rechts van de weg uit. Hierdoor maak je de bocht ruimer. Dit is techniek die buiten-binnen-buiten wordt genoemd.

9. Drukverdeling over voor- en achterwiel;

Breng je lichaamszwaartepunt naar het centrum van je lichaam.

10. Kijk door de bocht;

Volgens  allesoverwielrennen, 2018 kijk je de bocht door, naar het punt waar je toe wilt. Je stuurt “automatisch” naar het punt waar je naar toe kijkt.

11. Schakel voor de bocht wat terug en na het aanzetten weer een tandje zwaarder;

12. Rem zo min mogelijk:

    Voor het ingaan van een bocht zul je moeten bepalen of je af moeten remmen. Als je moet remmen, doe je dit vóór het ingaan van de bocht en niet in de bocht zelf. Door te remmen wordt je fiets namelijk in een recht spoor getrokken. Moet je toch remmen in een bocht doe dit dan met je voor- en achterrem even veel.

Ontspan!

Volgens de KNWU, 2018 neem je een bocht ontspannen door dit vaak te oefenen en te doen.

Bochten mooi werk, als je dit vaak doet ga je de bocht harder uit dan in!

Geïnteresseerd?

Meer weten of ben je geïnteresseerd mijn racefiets-trainingen? Neem contact met mij op of laat je telefoonnummer achter dan bel ik je terug.  Ook ben ik te benaderen voor clinics of andere soorten (fiets) trainingen.

Tot snel 😉

Mischa

Gebruikte bronnen

1. fietsica.be. (2010, december 10). fietsica bochten nemen. Opgehaald van fietica: http://www.fietsica.be/bochtennemen.htm
2. KNWU. (2018, april 20). KNWU. Opgehaald van Join the Race | In 6 weken een betere fietser: https://www.knwu.nl/nieuws/join-the-race-in-6-weken-een-betere-fietser
3. wielrennen, a. o. (2018, mei 5). alles over wielrennen. Opgehaald van fietstechniek alles over de bocht nemen: https://www.allesoverwielrennen.nl/fietstechniek/bochten-nemen/
4. Wielrenner.eu. (2018, mei 10). wielrenner.eu. Opgehaald van wielrennen.eu: https://www.wielrenner.eu/over/